De ene schreef een schunnige open brief, de andere een degelijk maar braaf artikel: over de recente media-interventies van Vokabaas De Bruyckere en SP.A-politicus Frank Vandenbroucke.
Vorige week publiceerde Luc De Bruyckere, voorzitter van het Vlaams netwerk van ondernemingen Voka, op de opiniepagina van De Morgen een “Open brief” gericht aan zijn kleinkinderen Arthur, Julie en Louise, “respectievelijk 6 jaar, 4 jaar en 6 maanden jong.” De Vokabaas vroeg zich af hoe hun wereld er anno 2028 zal uitzien. Door de vergrijzing en de explosieve stijging van de gezondheidszorgen zullen jullie minstens “3.000 euro extra belastingen moeten betalen,” zo had opa zijn grut alvast even voorgerekend. Waarna hij kort uitlegde hoe wij de generatie van zijn kleinkinderen kunnen en moeten behoeden voor dit fiscaal armageddon. Door te ondernemen natuurlijk. Wij moeten “radicaal investeren in de vernieuwing van onze business en onze economie, in de internationalisatie van onze activiteiten en in de ontwikkeling van onze mensen. Want enkel op die manier kan de werkgelegenheid van de toekomst worden gerealiseerd. Dan pas zullen er duurzame jobs komen.” Sic, sic, sic.
Het is niet de eerste en het zal niet de laatste keer zijn dat iemand uit werkgeverskringen deze hopeloze, duizendmaal weerlegde, tot op de draad versleten gemeenplaatsen debiteert. Toch ging ik weer lichtjes aan het schuimbekken bij het lezen van zoveel baarlijke onzin. Nog één keer: het doel van het neoliberale systeem is niét werkgelegenheid creëren, het doel is geld verdienen. Mét werknemers als het moet, zonder werknemers als het kan. Al de rest is vuige retoriek. Dat schuim had ook veel te maken met het format waarvoor de Vokabaas had gekozen. De open briefvorm was een even sentimentele als doorzichtige camouflagetechniek die geen ander doel had dan de belangen en overtuigingen van het patronaat zo onschuldig mogelijk voor te stellen. Uiteraard waren De Bruyckeres kleinkinderen niet de werkelijke bestemmelingen van zijn brief. Maar dankzij het personage van de minzame, bezorgde opa werd de strategie van de economische lobbygroep Voka vermomd als een ideologisch neutrale bekommernis omtrent het toekomstig welzijn van al onze kinderen en kleinkinderen. De inhoud van de brief was intellectueel armoedig, de vorm vuns en vals.
Ook de socialistische politicus Frank Vandenbroucke, alom gerespecteerd behalve door de lilliputters in zijn eigen partij die hem hebben kalltgestelt, publiceerde vorige week een tekst waarin hij nadenkt over de toekomst van de welvaart in dit land. Vandenbroucke schreef geen kleffe brief maar een uitvoerig artikel, neerslag van een lezing die hij onlangs hield, getiteld “Strategische keuzes voor het sociale beleid.” De gewezen minister maakt zich zorgen over de opnieuw toenemende ongelijkheid in de maatschappij (“Overal hebben de overheden hun herverdelende ambitie opgeborgen.”), over vergrijzing en pensioenen en gezondheidszorg en hoe dat allemaal te betalen moet blijven in de toekomst. Hij pleit, zoals je van een beetje socialist mag verwachten, “onverkort voor een egalitaire benadering” van het sociale beleid. En dus tegen een “individualisering van rechten” in de sociale zekerheid. Herverdeling moet “hoog op de agenda” blijven.
Vandenbroucke schrijft ook dat België heel zwaar zal moeten saneren wil het in 2015 een budgettair evenwicht bereiken, en dat we gedurende “een zekere periode de ruimte voor loonsverhogingen (zullen) moeten inruilen voor bijdragen in aanvullende pensioenregelingen.” Met name deze twee ideeën kregen meteen veel aandacht in de media. Waarom eigenlijk? Harde saneringen en géén loonsverhogingen: dat is natuurlijk wel een beetje vloeken in de rode kerk, maar zo radicaal zijn deze suggesties nu toch ook niet. Vandenbroucke schrijft doordacht, hij steunt zijn betoog met cijfers, hij analyseert en projecteert - en al is zijn betoog een beetje gortdroog, het heeft een niveau dat je in de Belgische politiek niet vaak tegenkomt. Maar waarom moest dit nu zo veel aandacht krijgen? Wat voor nieuws bevat zijn analyse eigenlijk? Ik heb er werkelijk niets in gelezen wat me opzienbarend, gedurfd, controversieel, verrassend, vernieuwend toescheen.
Als Vandenbrouckes essay moet worden geprezen omdat het een dappere wake-up call zou zijn, zoals hier en daar te lezen was, dan moeten zijn geestelijke soortgenoten wel in een heel diepe coma vertoeven.
Pregnanter lijkt me de vraag of het bevriezen van de lonen (ten voordele van aanvullende pensioenen) en een hard saneringsbeleid in deze door de banken verwoeste tijden wel socialistische prioriteiten zijn. Terwijl economen als Paul Krugman en Joseph Stiglitz – toch niet van de marxistische school – al maanden nadrukkelijk pleiten tégen drastische overheidsbesparingen en voor deficit spending, lijkt Vandenbroucke hier beleidsopties te onderschrijven waar opa De Bruyckere het alvast niet oneens mee zou zijn. Natuurlijk legt een Sp.a’er andere accenten dan Vokapitalisten. De ene wil altijd een beetje meer herverdeling via de overheid, de andere wil altijd een beetje meer ‘vrije markt’. Tussen die twee polen jojoot het systeem in West-Europa al ruim een halve eeuw. Maar misschien zijn voor een fundamentele, toekomstgerichte oplossing wel radicalere remedies nodig.
Lieve kleinkinderen, wij hebben zopas de banken genationaliseerd, alle bonussen afgeschaft en het gesjacher op beurzen bij wet verboden… Dat zou nog eens een opa zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten