29 maart 2023

Waarom u maar één vertaling van T.S. Eliots The Waste Land mag lezen

Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van T.S. Eliots meesterwerk The Waste Land publiceerde Paul Claes een vijfde “herziene druk” van zijn alom geprezen vertaling. Volgens de Nederlandse vertaler Marcel Otten staat die vertaling vol fouten. Zijn eigen vertaling mag hij echter niet publiceren. Waarom niet? En is dat erg?
T.S. Eliot

In oktober 1922 publiceerde T.S. Eliot (1888-1965) The Waste Land, een lang, op het eerste gezicht duister gedicht dat inmiddels een onaantastbare reputatie geniet als hét meesterwerk uit de Engelstalige modernistische poëzie. In 2007 publiceerde Paul Claes Het barre land, een Nederlandse vertaling van Eliots gedicht, voorzien van een uitgebreid en buitengewoon grondig commentaar. Ook Claes’ vertaling is vervolgens in ons taalgebied alom geprezen. Vorig jaar verscheen bij De Bezige Bij de vijfde “herziene” druk van Claes’ vertaling. Op het eerste gezicht lijkt deze nieuwe druk nauwelijks te verschillen van de oorspronkelijke vertaling. Toch is hier iets vreemds aan de hand. 

In augustus 2020 ontving ik een e-mail van de Nederlandse vertaler Marcel Otten. Zijn naam is in Vlaanderen niet zo bekend, maar in Nederland heeft Otten een stevige reputatie opgebouwd met vertalingen voor het toneel uit het Engels, Duits en Frans. Daarnaast heeft hij talloze werken uit het Oud- en Modern IJslands vertaald. In 1990 maakte Otten ook een vertaling van The Waste Land, die deels is gebruikt voor een theatrale opvoering in de Antwerpse Monty. Otten had zijn vertaling vergeleken met die van Paul Claes en schreef me: “De verschillen zijn enorm en ik moet jammer genoeg constateren dat Claes' vertaling wemelt van de fouten.” Of ik zijn vertaling niet eens wilde lezen. En als het even kon, ook de kritische kanttekeningen die Otten bij Claes’ vertaling had geschreven. 

Ottens commentaar begint heftig: “De vertaling van Paul Claes is hortend en stotend, het wrikt en het wringt, het dichterlijke aspect van het werk is uit het oog verloren en het geheel lijkt meer op een college voor studenten literatuurwetenschap dan op een vertaling.” Otten heeft in Claes’ vertaling van Het barre land ruim négentig fouten aangetroffen. Taalfouten, stijlfouten en ook interpretatiefouten, “met als resultaat dat meermaals het tegendeel wordt beweerd van wat er in de brontaal staat.” Veel vernietigender kan een vertaalcommentaar niet zijn. Maar is de kritiek ook terecht? 

Dit is niet de plek om beide vertalingen in detail te vergelijken. Maar laat ik toch een paar opvallende voorbeelden geven van wat Otten allemaal tegenstaat in Claes’ vertaling. Claes vertaalde “Son of man” met “Mensenzoon”. Fout, zegt Otten, “in de Bijbel wordt ‘Mensenzoon’ voornamelijk gebruikt als een benaming van Christus. ‘Son of man’ staat voor ‘mens’ in bijbelse zin.” Dus kiest Otten voor “mensenkind”, en voegt eraan toe: “zoals in Ezechiël 37:3.” Erudieten onder elkaar. Claes vertaalde “dry stone” met “dorre steen”. Fout, zegt Otten, ‘dor’ betekent ‘uitgedroogd’, ‘onvruchtbaar door droogte’, en “een steen kan niet uitdrogen omdat hij nooit vocht heeft gedragen.” Dus kiest Otten voor “droge steen”. Claes volgt hem en schrijft in deze vijfde herziene editie ook “droge steen”. Andere fouten die Otten opmerkt hebben vaak te maken met verkeerde voorzetsels (“verkeren in” en niet, zoals Claes schreef, verkeren tot”), woorden die onvertaald bleven of gewoon krukkige regels, zoals “Elk vestigde zijn ogen voor zijn voeten”, wat inderdaad veel houteriger klinkt dan Ottens “En eenieder staarde star voor zich uit”. 

Problematischer zijn de regelrechte interpretatiefouten die Otten in Claes’ vertaling opmerkt. In ‘Een schaakpartij’, het tweede deel van het gedicht, schrijft Eliot: 
And we shall play a game of chess, 
Pressing lidless eyes and waiting for a knock upon the door. 
Paul Claes vertaalde dit als: 
En daarna spelen we een partijtje schaak 
Knijpen onze slapeloze ogen dicht en wachten op een klop op de deur. 
Dat is het tegenovergestelde van wat Eliot bedoelt, zegt Otten: de schakers proberen net “hun ogen open te houden”. Het lijkt erop dat Claes ook deze kritiek ter harte heeft genomen. In de pas verschenen “herziene” editie is deze regel veranderd in: “Drukken op onze slapeloze ogen (enz)…” Ook de vertaling van de beroemde regel “I Tiresias, old man with wrinkled dugs” heeft Claes aangepast. Eerst vertaalde hij “wrinkled dugs” als “verlepte tepels”. Fout, zegt Otten. “‘dug’ betekent in het Amerikaans-Engels van die tijd zowel ‘uier’ als ‘speen’. T.S. Eliot emigreerde in 1914 naar Groot-Brittannië, dus het is heel aannemelijk dat hij in 1921 nog bepaalde Amerikaans-Engelse woorden gebruikte. In het Engels, zowel toen als nu, wordt ‘dugs’ wel degelijk in slang pejoratief gebruikt.” Otten besluit: “Ik kan me overigens ‘uitgedroogde tepels’ voorstellen, maar geen ‘verlepte tepels’.” In de nieuwe editie heeft Claes zijn eerdere vertaling wel degelijk veranderd, niet in “verlepte memmen” zoals het in Ottens vertaling luidt, maar in “verlepte vrouwentieten”. 

De meeste van de negentig kritiekpunten die Otten tegen Claes’ eerdere vertaling aanvoert, heeft Claes in deze nieuwe editie genegeerd. Meestal houdt hij voet bij stuk en bewaart hij zijn eerdere vertaalkeuzes. In een aantal gevallen lijkt Claes Ottens kritiek wel te hebben geaccepteerd maar heeft hij andere keuzes gemaakt dan Otten, zoals in het voorbeeld van de ‘verlepte vrouwentieten’. 

Over keuzes die vertalers maken kan je vaak lang discussiëren. Daar gaat het mij hier niet om. Of toch niet in de eerste plaats. Het gaat om erkentelijkheid, of het gebrek daaraan. Ik telde in de herziene editie namelijk achttien gevallen waar Claes’ nieuwe vertaling exact overeenkomt met de keuzes die Otten heeft gemaakt. Het kan natuurlijk altijd dat vertalers toevallig dezelfde woorden of zinnen kiezen. Soms is dat bijna onvermijdelijk. Er zijn niet zoveel manieren om “The sea was calm” of “I have heard the key” te vertalen. Maar als je in achttien van de negentig kritiekpunten die Otten aanvoert de keuzes die Otten maakt letterlijk overneemt, dan kan je bezwaarlijk nog van toeval spreken. 

Toch is dat precies wat Paul Claes, aan wie ik per e-mail om uitleg vroeg, beweert. De doublures zouden puur toeval zijn. Hij heeft Ottens vertaling naar eigen zeggen niet gelezen. De redacteur van De Bezige Bij zou hem “niet Ottens vertaling, maar wel zijn commentaar” hebben gestuurd. Dat lijkt me vreemd. Als je een herziene versie van je eigen vertaling voorbereidt, en de mogelijkheid krijgt om niet alleen kritische opmerkingen maar ook alternatieve oplossingen van een andere eminente vertaler te raadplegen, waarom zou je dat dan niet doen? Bovendien bevat Ottens kritisch commentaar vaak ook zijn eigen voorstellen tot verbetering van Claes’ vertaling. Het is dus niet mogelijk om Ottens commentaar te lezen zonder ook kennis te nemen, althans in een aantal gevallen, van zijn alternatieve keuzes en voorstellen. 

Claes liet me ook weten dat een “lezeres” van Eliots Engelse uitgeverij Faber & Faber beide vertalingen met elkaar heeft vergeleken, en tot het besluit is gekomen dat Claes’ vertaling “duidelijk beter was dan die van Otten”. Maar, voegt Claes eraan toe, “ik heb met haar advies rekening gehouden op enkele plaatsen waar ze Otten gelijk gaf.” Het is van twee één natuurlijk. Of je hebt géén kennisgenomen van een andere vertaling, of je hebt er wél kennis van genomen, zij het via een tussenpersoon, zoals hier kennelijk is gebeurd. In dit geval was het wel net zo hoffelijk geweest om het bestaan en de kwaliteit van Ottens vertaling in de vijfde “herziene” druk te vermelden. 

Dat dit niet is gebeurd, is betreurenswaardig en zuur voor Otten omdat De Bezige Bij de exclusieve vertaalrechten op Eliots gedicht bezit, wat maakt dat Ottens eigen vertaling bij geen enkele andere uitgeverij mag verschijnen. Dat is in de eerste plaats jammer voor de in Eliots poëzie geïnteresseerde lezer. Want Ottens vertaling, die ik regel voor regel met beide versies van Claes’ vertaling heb vergeleken, is vaak -niet altijd- superieur, béter dan de tekst van Claes. Het gaat dan niet alleen om smaakoordelen, maar ook om feitelijke missers en interpretatiefouten die Otten in Claes’ tekst heeft gevonden. Tegelijkertijd kwam ik ook passages tegen waar Otten naar mijn gevoel uit de bocht gaat, en te expliciet of te plat vertaalt. 

Het is pijnlijk om te moeten constateren dat een voortreffelijke vertaling van het belangrijkste gedicht uit de 20ste-eeuwse Engelstalige poëzie in ons taalgebied niet kan verschijnen, enkel en alleen omdat één uitgeverij de exclusieve vertaalrechten bezit. Voor een uitgeverij is die exclusiviteit uiteraard belangrijk: de markt voor poëzievertalingen is sowieso niet erg groot, en in ons kleine taalgebied al helemaal niet. Niettemin zou een cassette met béide vertalingen én de commentaren van Claes en Otten een mooi verjaardagscadeau zijn geweest voor de Nederlandstalige poëzielezer van Eliots werk. En het zou de nu zo jammerlijk gegijzelde vertaling van Marcel Otten de aandacht en wellicht ook de waardering hebben geschonken die deze tekst zonder meer verdient. 

Geen opmerkingen: